zit nu meteenklasgenootuit groep 8 inde klasheefteen jurkaan? is in dezomervakantiein Nederlandgeblevenzit bijeensportclubis thuisdejongsteheeft eenhond alshuisdierheeft eenzus dieouder is dan18 jaaris thuisdeoudsteis innovemberjarigheeftgeenfietsheefteen penbij zichis in dezomervakantienaar eenpretparkgeweestis jongerdan 12jaarheeft dekleur paarsin zijn/haart-shirtheeft 4 ofmeergekleurdepennen bijzichheeft eenzwarteetuiheeft sokkenaanmetverschillendekleurenheeft eenblauwejeansbroek aanheeft eenbroer dieouder is dan17 jaarheeft eenbroer/zushier opschoolis inmaartjarig.heeft eenkat alshuisdieris in devakantiejariggeweestheeft dekleur groenin zijn/haar t-shirtzit nu meteenklasgenootuit groep 8 inde klasheefteen jurkaan? is in dezomervakantiein Nederlandgeblevenzit bijeensportclubis thuisdejongsteheeft eenhond alshuisdierheeft eenzus dieouder is dan18 jaaris thuisdeoudsteis innovemberjarigheeftgeenfietsheefteen penbij zichis in dezomervakantienaar eenpretparkgeweestis jongerdan 12jaarheeft dekleur paarsin zijn/haart-shirtheeft 4 ofmeergekleurdepennen bijzichheeft eenzwarteetuiheeft sokkenaanmetverschillendekleurenheeft eenblauwejeansbroek aanheeft eenbroer dieouder is dan17 jaarheeft eenbroer/zushier opschoolis inmaartjarig.heeft eenkat alshuisdieris in devakantiejariggeweestheeft dekleur groenin zijn/haar t-shirt

Wie ......... ? - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
N
2
O
3
I
4
O
5
G
6
G
7
O
8
B
9
I
10
N
11
O
12
B
13
I
14
B
15
B
16
N
17
I
18
O
19
G
20
G
21
B
22
G
23
N
24
I
  1. N-zit nu met een klasgenoot uit groep 8 in de klas
  2. O-heeft een jurk aan?
  3. I-is in de zomervakantie in Nederland gebleven
  4. O-zit bij een sportclub
  5. G-is thuis de jongste
  6. G-heeft een hond als huisdier
  7. O-heeft een zus die ouder is dan 18 jaar
  8. B-is thuis de oudste
  9. I-is in november jarig
  10. N-heeft geen fiets
  11. O-heeft een pen bij zich
  12. B-is in de zomervakantie naar een pretpark geweest
  13. I-is jonger dan 12 jaar
  14. B-heeft de kleur paars in zijn/haar t-shirt
  15. B-heeft 4 of meer gekleurde pennen bij zich
  16. N-heeft een zwarte etui
  17. I-heeft sokken aan met verschillende kleuren
  18. O-heeft een blauwe jeans broek aan
  19. G-heeft een broer die ouder is dan 17 jaar
  20. G- heeft een broer/zus hier op school
  21. B- is in maart jarig.
  22. G-heeft een kat als huisdier
  23. N-is in de vakantie jarig geweest
  24. I-heeft de kleur groen in zijn/haar t-shirt