Door windopgewaaidezandheuvelsEenaaneengeslotenstuk ijs op eengrootlandoppervlak.Eenmiddelgebergteof heuvellandmet weinigreliëf.Vlak gebied in debenedenloop vaneen rivier,hoogteliggingonder de 200meter.Een opeenhopingvan stenendie door eenaardverschuivingnaar beneden isgevallen.Het uiteenvallenvan hardgesteente onderinvloed van hetweer en dewerking vanplanten.Door mensengemaakteverhoging alsbeschermingtegen hetzeewater.IJsmassa in hethooggebergtedie langzaamnaarbeneden schuift.Laagste deelvan eenrivier, netvoordat hij inzee stroomt.Middelste deelvan de rivier,tussen deboven- enbenedenloop.Hetuitschurenvan materiaaldoor water,wind en ijs.Materiaal datdoor water,wind of ijs isneergelegd.dit landschapmerk je nietsvan de invloedvan mensen enhet is bijna nietingericht.Stuk zeelangs dekust datregelmatigdroogvalt.Ondiepeplaats in dezee ontstaandoor zand opde bodem.Grond diebestaat uit aldan nietverganeplantenresten.Het begin van derivier, oftewel hetbovenste deel datmeestal in debergen stroomt.Hoogteverschillenin het landschap.Eenhooggebergtemet veelreliëf.Het landschapis door menseningericht methuizen, wegenenz.Langgerekteverhoging omwater van dezee of van eenrivier tegen tehouden.De kleinstekorreltjessediment diealleen met eenmicroscoop tezien zijn.Stuk land,omgeven doordijken, waar dewaterstandgeregeld kanworden.Het neerleggenvan materiaal alsdetransportsnelheidvan water, windof ijs afneemt.Afgerondesteentjes, diemeestal doorverwering vangesteenteontstaanDoor windopgewaaidezandheuvelsEenaaneengeslotenstuk ijs op eengrootlandoppervlak.Eenmiddelgebergteof heuvellandmet weinigreliëf.Vlak gebied in debenedenloop vaneen rivier,hoogteliggingonder de 200meter.Een opeenhopingvan stenendie door eenaardverschuivingnaar beneden isgevallen.Het uiteenvallenvan hardgesteente onderinvloed van hetweer en dewerking vanplanten.Door mensengemaakteverhoging alsbeschermingtegen hetzeewater.IJsmassa in hethooggebergtedie langzaamnaarbeneden schuift.Laagste deelvan eenrivier, netvoordat hij inzee stroomt.Middelste deelvan de rivier,tussen deboven- enbenedenloop.Hetuitschurenvan materiaaldoor water,wind en ijs.Materiaal datdoor water,wind of ijs isneergelegd.dit landschapmerk je nietsvan de invloedvan mensen enhet is bijna nietingericht.Stuk zeelangs dekust datregelmatigdroogvalt.Ondiepeplaats in dezee ontstaandoor zand opde bodem.Grond diebestaat uit aldan nietverganeplantenresten.Het begin van derivier, oftewel hetbovenste deel datmeestal in debergen stroomt.Hoogteverschillenin het landschap.Eenhooggebergtemet veelreliëf.Het landschapis door menseningericht methuizen, wegenenz.Langgerekteverhoging omwater van dezee of van eenrivier tegen tehouden.De kleinstekorreltjessediment diealleen met eenmicroscoop tezien zijn.Stuk land,omgeven doordijken, waar dewaterstandgeregeld kanworden.Het neerleggenvan materiaal alsdetransportsnelheidvan water, windof ijs afneemt.Afgerondesteentjes, diemeestal doorverwering vangesteenteontstaan

Begrippenbingo H1 - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
  1. Door wind opgewaaide zandheuvels
  2. Een aaneengesloten stuk ijs op een groot landoppervlak.
  3. Een middelgebergte of heuvelland met weinig reliëf.
  4. Vlak gebied in de benedenloop van een rivier, hoogteligging onder de 200 meter.
  5. Een opeenhoping van stenen die door een aardverschuiving naar beneden is gevallen.
  6. Het uiteenvallen van hard gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten.
  7. Door mensen gemaakte verhoging als bescherming tegen het zeewater.
  8. IJsmassa in het hooggebergte die langzaam naar beneden schuift.
  9. Laagste deel van een rivier, net voordat hij in zee stroomt.
  10. Middelste deel van de rivier, tussen de boven- en benedenloop.
  11. Het uitschuren van materiaal door water, wind en ijs.
  12. Materiaal dat door water, wind of ijs is neergelegd.
  13. dit landschap merk je niets van de invloed van mensen en het is bijna niet ingericht.
  14. Stuk zee langs de kust dat regelmatig droogvalt.
  15. Ondiepe plaats in de zee ontstaan door zand op de bodem.
  16. Grond die bestaat uit al dan niet vergane plantenresten.
  17. Het begin van de rivier, oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt.
  18. Hoogteverschillen in het landschap.
  19. Een hooggebergte met veel reliëf.
  20. Het landschap is door mensen ingericht met huizen, wegen enz.
  21. Langgerekte verhoging om water van de zee of van een rivier tegen te houden.
  22. De kleinste korreltjes sediment die alleen met een microscoop te zien zijn.
  23. Stuk land, omgeven door dijken, waar de waterstand geregeld kan worden.
  24. Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt.
  25. Afgeronde steentjes, die meestal door verwering van gesteente ontstaan