Ik heb een heel boek uitgelezen. Ik lees voor aan oma of opa. Ik lees 10 minuten stil. Ik lees in een boek uit de bib. Ik lees met mijn pyjama aan. Ik lees op mijn favoriete plekje. Ik lees op een zaterdag. Mama/papa leest mij voor. Ik lees op een dinsdag. Ik lees voor het slapen. Ik lees op een maandag. We lezen om beurt een stukje. Ik lees voor aan broer of zus. Ik lees in een weetboek. Ik lees in de zetel. Ik lees op een woensdag. Ik lees in de tuin. Ik lees op het toilet. Ik lees in mijn bed. Ik lees na het eten. Ik lees aan tafel. Ik lees 5 minuten luidop. Ik lees voor het eten. Ik lees op een zondag. Ik lees voor aan mama of papa. Ik lees een blad twee keer. Ik lees met een gek stemmetje. Ik vertel waarover ik gelezen heb. Ik lees op een vrijdag. Ik lees voor mijn favoriete knuffel. Ik lees op een donderdag. Ik lees met een zaklamp. Ik heb een heel boek uitgelezen. Ik lees voor aan oma of opa. Ik lees 10 minuten stil. Ik lees in een boek uit de bib. Ik lees met mijn pyjama aan. Ik lees op mijn favoriete plekje. Ik lees op een zaterdag. Mama/papa leest mij voor. Ik lees op een dinsdag. Ik lees voor het slapen. Ik lees op een maandag. We lezen om beurt een stukje. Ik lees voor aan broer of zus. Ik lees in een weetboek. Ik lees in de zetel. Ik lees op een woensdag. Ik lees in de tuin. Ik lees op het toilet. Ik lees in mijn bed. Ik lees na het eten. Ik lees aan tafel. Ik lees 5 minuten luidop. Ik lees voor het eten. Ik lees op een zondag. Ik lees voor aan mama of papa. Ik lees een blad twee keer. Ik lees met een gek stemmetje. Ik vertel waarover ik gelezen heb. Ik lees op een vrijdag. Ik lees voor mijn favoriete knuffel. Ik lees op een donderdag. Ik lees met een zaklamp.
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
Ik heb een heel boek uitgelezen.
Ik lees voor aan oma of opa.
Ik lees 10 minuten stil.
Ik lees in een boek uit de bib.
Ik lees met mijn pyjama aan.
Ik lees op mijn favoriete plekje.
Ik lees op een zaterdag.
Mama/papa leest mij voor.
Ik lees op een dinsdag.
Ik lees voor het slapen.
Ik lees op een maandag.
We lezen om beurt een stukje.
Ik lees voor aan broer of zus.
Ik lees in een weetboek.
Ik lees in de zetel.
Ik lees op een woensdag.
Ik lees in de tuin.
Ik lees op het toilet.
Ik lees in mijn bed.
Ik lees na het eten.
Ik lees aan tafel.
Ik lees 5 minuten luidop.
Ik lees voor het eten.
Ik lees op een zondag.
Ik lees voor aan mama of papa.
Ik lees een blad twee keer.
Ik lees met een gek stemmetje.
Ik vertel waarover ik gelezen heb.
Ik lees op een vrijdag.
Ik lees voor mijn favoriete knuffel.
Ik lees op een donderdag.
Ik lees met een zaklamp.