devakantiedeFransmandeNeder-landerkijk!metindevriendhetnummerhoehetisikdansdeFrançaisehetNederlandsNederlandikpraatdeachternaamokéwaardeloosdestaddeleeftijdhetEngelshallodevoornaamle jeu,les jeuxvandaagneedefototegekalstublieft(als je ietsvraagt)dejongenhetzijndevriendbedanktFrankrijkdekamerikzingdevriendintotzienssaaienwieeetsmakelijkdemoedervind jeleukhetdorphetDuitsgoeddeNeder-landsehethotelalsjeblieftals je ietsgeeft), hieris / zijndemuzieksuperdevriendinjijzoekthetgetalikwoonhetmeisjehetFransgrootdeoudersjadevakantiedeFransmandeNeder-landerkijk!metindevriendhetnummerhoehetisikdansdeFrançaisehetNederlandsNederlandikpraatdeachternaamokéwaardeloosdestaddeleeftijdhetEngelshallodevoornaamle jeu,les jeuxvandaagneedefototegekalstublieft(als je ietsvraagt)dejongenhetzijndevriendbedanktFrankrijkdekamerikzingdevriendintotzienssaaienwieeetsmakelijkdemoedervind jeleukhetdorphetDuitsgoeddeNeder-landsehethotelalsjeblieftals je ietsgeeft), hieris / zijndemuzieksuperdevriendinjijzoekthetgetalikwoonhetmeisjehetFransgrootdeoudersja

Mots Chapitre 1 GT/HAVO - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
  1. de vakantie
  2. de Fransman
  3. de Neder-lander
  4. kijk!
  5. met
  6. in
  7. de vriend
  8. het nummer
  9. hoe
  10. het is
  11. ik dans
  12. de Française
  13. het Nederlands
  14. Nederland
  15. ik praat
  16. de achternaam
  17. oké
  18. waardeloos
  19. de stad
  20. de leeftijd
  21. het Engels
  22. hallo
  23. de voornaam
  24. le jeu, les jeux
  25. vandaag
  26. nee
  27. de foto
  28. te gek
  29. alstublieft (als je iets vraagt)
  30. de jongen
  31. het zijn
  32. de vriend
  33. bedankt
  34. Frankrijk
  35. de kamer
  36. ik zing
  37. de vriendin
  38. tot ziens
  39. saai
  40. en
  41. wie
  42. eet smakelijk
  43. de moeder
  44. vind je leuk
  45. het dorp
  46. het Duits
  47. goed
  48. de Neder-landse
  49. het hotel
  50. alsjeblieft als je iets geeft), hier is / zijn
  51. de muziek
  52. super
  53. de vriendin
  54. jij zoekt
  55. het getal
  56. ik woon
  57. het meisje
  58. het Frans
  59. groot
  60. de ouders
  61. ja